Dit is de eerste in een reeks (gast)blogposts die verband houden met het afrondende evenement ‘Hacking Heritage Talks: Erfgoed & Locatie’, dat op 17 September in de Waag plaatsvond. Gastauteur Ellen Gehring is als GIS-specialist betrokken bij Erfgoed Leiden en Omstreken (ELO) en heeft de samenwerking met het team van de Historische Geocoder begeleid. In deze blog geeft ze haar presentatie van 17 September weer, waarin ze ingaat op het toepassen van de Historische Geocoder op de collecties van ELO.
Erfgoed Leiden en Omstreken (ELO) heeft ongeveer 9 kilometer archief, 3000 dozen archeologisch materiaal en 2850 monumenten onder haar hoede: een grote verscheidenheid aan cultuurhistorisch erfgoed. De collecties en onze kennis daarover, willen we actief delen. Door gebruik houden we ons erfgoed levend, en kunnen we het bewaren voor volgende generaties.
Er wordt daarom veel gedigitaliseerd. Gebouwen worden gedocumenteerd, tegenwoordig zelfs in 3D. Archiefstukken, foto’s en films worden gedigitaliseerd. Kennis over ons erfgoed wordt opgeslagen in (online) databases en zo veel mogelijk beschikbaar gesteld. Dit resulteert in een fantastische hoeveelheid data, wat ook een aantal uitdagingen met zich mee brengt.
Een van die uitdagingen vormt de ontsluiting van de data. Geïnteresseerden of wetenschappers denken niet in vakdisciplines. Zij zijn niet alleen op zoek naar wat er in een archief over hun voorvader genoteerd is, maar zijn ook benieuwd naar het huis waarin hij woonde, en wat er is gevonden bij de archeologisch opgraving in zijn kelder. De verschillende collecties die ELO beheert hebben een aantal gemeenschappelijke kenmerken. Er zijn personen betrokken geweest bij het ontstaan er van, zij zijn in een zekere tijdsperiode gebruikt, en op een bepaald locatie. Bij het ontsluiten van de collecties op het gebied van ruimte en tijd, kan de Historische Geocoder een belangrijke rol spelen.
Een voorbeeld vormt de bovenstaande foto. De afbeelding is beschreven in ons collectiemanagementsysteem, waarbij er ook een locatie is ingevuld. Dit gebeurt door een locatie-SKOS, waarin trapsgewijs de plaats, de straatnaam en het huisnummer worden ingevoerd – in dit geval Leiden, Herengracht 80.
Plaatsnamen, straatnamen en zeker huisnummers, zijn echter niet constant. De Herengracht kan een andere naam krijgen, of aan het huis kan nummer 82 worden toegekend. Dat zou betekenen dat de locatie niet meer juist is, en dat je wellicht zelfs bij het verkeerde gebouw uit komt als je Herengracht 80 zoekt.
De Historische Geocoder helpt ons met twee belangrijke punten. Een daarvan is de mogelijkheid om relaties te leggen tussen plaatsen door de tijd heen. Je kan daardoor bijvoorbeeld aangeven dat een bepaalde geometrie overeenkomt met die van een andere. Daardoor kan je de duurzaamheid van een ingevoerde locatie veel beter garanderen, dan wanneer je alleen Herengracht 80 zou registreren. In de relatie kan je namelijk vastleggen dat Herengracht 80 uit 2015 hetzelfde gebouw is als de Herengracht 82 in 2050.
Daarnaast kan via de Historische Geocoder een geometrie toegewezen worden aan een plaats, wijk, gebuurte, straat of gebouw. Daardoor wordt het mogelijk om onze collecties via een kaart te ontsluiten. Het resultaat van een zoekopdracht kan daarmee op een kaart weergegeven worden. Maar het wordt ook mogelijk om binnen een bepaald gebied van die kaart een zoekvraag te stellen, eventueel in combinatie met het bevragen van de database.
De Historische Geocoder zorgt er dus niet alleen voor dat we plaatsbepalingen duurzaam kunnen opslaan, maar opent ook nieuwe mogelijkheden op het gebied van ontsluiting, presentatie en analyse van het erfgoed van Leiden en haar omgeving.
Dit onderwerp interesseert mij enorm. In Oud Leiden Nieuws van 19 mei 2016 heb ik een oproep geplaatst betreffende het ontsluiten van het Chaertbouc / Pleyte. Dit past m.i. in het grotere geheel, waar het in bovenstaand artikel over gaat. Echter, het succes van een dergelijke onderneming hangt ook in hoge mate af van de verzameling van content. Daar zou ik graag een bijdrage aan willen leveren, zodat de nu beschikbare technologie ook daadwerkelijk bruikbaar wordt.
Met vriendelijke groeten,
Martin Hooymans